WAT IS VERKOELENDER: WARME OF KOUDE DRANKEN?
Na een training in warm weer heb je waarschijnlijk de reflex om meteen naar dat ijskoude waterflesje te grijpen. Toch is het misschien beter om warme(re) drank te drinken. En wel hierom! Je wil afkoelen, dus eet je een ijsje of drink je een grote hoeveelheid ijskoud water. De kans is echter groot dat je lichaamstemperatuur hierna niet erg veel daalt. Dat heeft te maken met de thermoregulatie van je lichaam, ofwel het behouden van de optimale lichaamstemperatuur. Ons metabolisme zorgt ervoor dat we het warm hebben in de winter en 's zomers niet oververhit raken. Koude drank Tijdens een inspanning verplaatst de hitte in het lichaam zich naar het huidoppervlak, zodat de temperatuur in het lichaam zelf daalt. Bij het drinken van grote hoeveelheden koud water, vernauwen de bloedvaten en vermindert de bloeddoorstroming. Hierdoor houdt je lichaam warmte eerder vast en koel je amper (of zelfs minder) af. Warme drank Als je echter warme drank drinkt, zal je lichaamstemperatuur eerst stijgen om vervolgens te dalen. De RECEPTOREN in je mond, keel en verteringsstelsel zenden een 'warmtesignaal' naar je hersenen, waardoor je begint te zweten. En dat zweten is net de sleutel om af te koelen. Een wetenschappelijk onderzoek vergeleek de lichaamstemperatuur na een training van personen die een warme drank en van zij die een koele drank dronken.
NA ‘SLECHTS’ 9 TRAININGEN GEÏMPLEMENTEERD!
Zoals door John van Rooij en Michel Schoon al regelmatig onderbouwd: 'HARDLOPEN IS EEN REPETERENDE BEWEGING DIE WIJ OPSLAAN IN ONZE HERSENEN'. Als je je loopcadans (het aantal stappen dat je per minuut zet) verhoogt, verbeter je je loopeconomie en verklein je het risico op blessures. Maar die cadans verhogen, is makkelijker gezegd dan gedaan. Je loophouding en -stijl veranderen vraagt de nodige inspanningen, tijd en heel wat concentratie. Je lichaam is je huidige loophouding ondertussen zo gewoon, dat je hersenen harder moeten werken als je die plots aanpast. Een recent gepubliceerde studie in 'The Journal of Motor Behavior' relativeert die vereiste hersenconcentratie echter: het brein van een groep onderzochte lopers die hun cadans verhoogden, raakte na enkele trainingssessies inclusief loopscholing al gewend aan de nieuwe loopstijl. HET WETENSCHAPPELIJKE ONDERZOEK Onderzoekers verzamelden de hersenactiviteit van 13 lopers tijdens een training waarbij ze hun 'normale' loophouding en -pas hanteerden. Nadien werd de lopers gevraagd om hun cadans te verhogen met zo'n 5 à 10% terwijl de onderzoekers hun hersenen bleven monitoren. Op de scans was duidelijke een verhoogde hersenactiviteit waar te nemen. Na het labo-onderzoek kregen de lopers een stappenteller en sporthorloge mee om de verhoogde cadans op hun training nauwkeurig aan te houden. Na vier weken werden de lopers opnieuw onderzocht in het labo. Wat
HET BELANG VAN IJZER VOOR HARDLOPERS ! Gruppo007
Elke loper maakt het wel eens mee: je voelt je moe en futloos en je weet niet hoe het komt
KWALITEIT van TRAININGEN, ipv KWANTITEIT
Sommige hardlopers denken dat je door langer/meer te lopen per definitie ALTIJD beter wordt, dat is niet altijd het geval. Zo stelt een recente Australische wetenschappelijke studie, niet ALLE lopers reageren positief op een verhoogd kilometeraantal. Sterker nog: een hoger trainingsvolume (meer kilometers) leidt bij sommige lopers zelfs tot prestatieverlies! De kwaliteit van de training is leidend in je progressie, de onderzoekers verklaren die bevinding aan de hand van onze specifieke spiervezels. Bij de studie werden lopers van de middellange afstand gedurende 7 weken opgevolgd. In die periode moesten ze hun kilometeraantal significant verhogen. De lopers met meer type 1 spiervezels (ook wel de trage spiervezels genoemd) pasten zich beter aan dan de lopers met meer type 2 of snelle spiervezels. Zelfs na een taperperiode, waarin de lopers hun trainingsvolume opnieuw verminderden, bleken de sporters met meer snelle vezels minder te presteren. Opvallend! Natuurlijke aanleg Het onderzoek toont hiermee aan dat elke loper een natuurlijke aanleg heeft voor een bepaalde loopdiscipline. Sommige lopers zijn 'gemaakt' om lange afstanden te overbruggen, terwijl anderen meer aanleg hebben voor het snellere, korte werk. Je kan natuurlijk je spiervezeltype wel bijsturen met doelgerichte trainingen, maar slechts in beperkte mate. Het komt er vooral op aan om naar je lichaam te luisteren en niet